Het dak op met leien-kenner Klaas Schoots
15 augustus 2024Op het dak boven de plenaire zaal van de Eerste Kamer haalt Klaas Schoots voorzichtig een lei los. Met zijn leihamer krabt hij eerst wat roest en andere sporen weg. Daarna tikt hij dicht bij zijn oor met de hamer op de lei. Hij kijkt afkeurend: “Dof! Geen goede klank. Een goede lei klinkt helder.”
Onderaan beginnen
“Een jongen van de ambachtsschool”, noemt hij zichzelf. ”Ik zit al 60 jaar in het restauratie-vak, met leien als specialisatie. De eerste jaren heb ik nog zelf gemetseld en getimmerd. Daardoor kan ik veel makkelijker meedenken met vakmensen. Je kan een vak leren op school, maar je moet er ook voeling mee krijgen, het vak begrijpen en het echt in de vingers krijgen.”
Onderaan beginnen, dat is ook de werkwijze van een leidekker. Klaas Schoots: “Onderaan komen de dikste leien, want die krijgen de meeste regen te verwerken. Daarna werkt de leidekker steeds overlappend naar boven. Boven komen dan de dunste leien. Het is een verschil in dikte van millimeters, maar een goede leidekker kan dat voelen.”
Geen twee leien zijn hetzelfde
Leisteen is klei die in diepe aardlagen onder druk is omgevormd. Een natuurproduct. Geen twee leien zijn dan ook hetzelfde. “Hier op het Binnenhof liggen leien uit vier verschillende landen: Engeland (Wales), Duitsland, Spanje en Frankrijk. Tegenwoordig zijn alleen de groeves in Wales en Spanje nog over als grote leveranciers van leisteen. De plaats van herkomst zie je duidelijk terug in de kwaliteit, de kleur en de structuur van het materiaal.”
Voor het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt Klaas Schoots alle daken van het Binnenhof. En dan ook echt álle daken. “Mijn grootste opdracht tot nu toe was de restauratie van de Sint Petrusbasiliek in Oirschot. Een grote kerk met een dakoppervlak van 2800m2. Op het Binnenhof hebben we het over 20.000m2. Over elk dak en dakje breng ik advies uit. Is het wel of niet nodig de leien te vervangen? Welke leisteen is het beste op dit dak? Hoe moet het met isolatie en loodaansluitingen?“
Pyriet willen we niet
“De Rijksdienst Cultureel Erfgoed heeft voor monumentale gebouwen, waaronder het Binnenhof de eis gesteld dat elk monumentaal dak een minimale levensduur van 80 jaar moet hebben. Dikte, poreusheid en het gehalte aan mineralen zijn belangrijke factoren die de kwaliteit van een lei bepalen. ‘Pyriet willen we niet’ is bij ons een bekend gezegde. Sporen van mineralen zoals pyriet en grafiet in leisteen verweren snel. Daardoor komen er onder andere gaten in de leien.”
De beste kwaliteit leien komt tegenwoordig uit Wales, stelt Klaas. “De leien uit Wales hebben een garantie van 100 jaar en een bewezen levensduur van 150 jaar. De drie grote groeves in Wales liggen zo’n 20 kilometer uit elkaar, toch hebben de leien uit iedere groeve weer een volstrekt andere kleur en structuur.”
Soorten, maten, dekkingen
Naast de vele soorten zijn er ook nog de verschillende afmetingen. Klaas somt uit het hoofd een groot aantal veelgebruikte lei-maten op: “Ik heb op het Binnenhof maar liefst 15 verschillende maten leien gevonden, van 16×26 cm tot 20×40 cm. En daar tussenin heb je ook de inchmaten, die nog tot 1990 zijn gebruikt. Die verschillen dan weer nét iets van de millimetermaten. We willen op het Binnenhof natuurlijk naar meer vaste maten toe.”
En dan zijn er de ‘dekkingen’. “In Nederland kennen we rijndekking en maasdekking, genoemd naar de rivieren waarover de leien vroeger werden aangevoerd. De rijndekking met afgeronde ‘schub-leien werden vooral boven de grote rivieren toegepast, de maasdekking met rechte leien onder de rivieren.”
Toch liggen er op het Binnenhof alleen rechte leien in maasdekking, eigenlijk gebruikelijk in het zuiden van het land. Hoe kan dat? Op die vraag heeft Klaas Schoots zich als een soort leien-detective gestort. “Leien uit Wales kwamen ook per schip aan, maar dan via de Noordzee. Alleen was dat in die tijd veel minder dan leien via Rijn en Maas. Van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed kwam de vraag of hier mogelijk ook schubleien hadden gelegen. Dat kan ik zien aan het dakbeschot onder de leien. Schubleien werden gespijkerd, elk spijkertje geeft een kleine, roestige verkleuring in het dakbeschot. Maar ik heb geen sporen van schubleien kunnen vinden.”
”Architecten, onderzoekers en renovatie-aannemers hebben de kennis over het ambacht hard nodig”
Hetzelfde gereedschap als 200 jaar geleden
“Eigenlijk moeten architecten, aannemers, leidekkers en andere betrokkenen één keer in de groeves zijn geweest”, stelt Klaas. “Je moet met eigen ogen gezien hebben wat er allemaal bij komt kijken voor de leien verpakt en verscheept worden. Hoe ze eerst in grote blokken uit de grond komen. Welke bewerkingen ze daarna allemaal ondergaan. Wat een bijzonder en mooi duurzaam product het eigenlijk is.”
“Leidekken is nog echt een ambacht. Met computergestuurde freesmachines kun je van hout en steen tegenwoordig bijna elk detail namaken. Maar een leidekker gebruikt nog hetzelfde gereedschap als 200 jaar geleden. Het is belangrijk om dat ambacht te behouden. Er zijn veel vakmensen nodig voor al die unieke monumenten in Nederland. Een lading leien op een vrachtwagen is goed voor 600m2 dakoppervlak. Een ploeg leidekkers heeft ongeveer 10 weken nodig om dat weg te spijkeren.”
“Ook architecten, onderzoekers en renovatie-aannemers hebben de kennis over het ambacht hard nodig. Op het Binnenhof moeten we vrijwel elke dag overleggen. Wat is de beste lei voor een bepaald dak? Welke leihaak moeten we gebruiken voor de bevestiging? Wat is de meest duurzame oplossing? Hoe kunnen we voldoen aan de eisen voor isolatie? Door de energietransitie is er voortschrijdend inzicht. Ook ik weet lang niet alles. Na 60 jaar leer ik nog elke dag.”
Bron: https://www.binnenhofrenovatie.nl/de-plannen/klaas-schoots-over-leien
Afbeelding: www.freepik.com